Participatie van ouders en jongeren
Participatie van ouders en jongeren is een belangrijk uitgangspunt van C4Youth. Hoe geef je daar constructief vorm aan?
De doelen van de stelselherziening jeugd zijn door 23 gemeenten in de provincie Groningen in samenwerking met de jeugdhulpaanbieders vertaald in het Groninger Functioneel Model (GFM). De projecten van C4Youth zijn gericht op de implementatie van dit model in de praktijk op basis van actiebegeleidend onderzoek. Dit deelonderzoek richt zich op de participatie van ouders en jongeren.
Zonder de kennis van ouders en jongeren mist C4Youth een belangrijk perspectief op de activiteiten en de resultaten van de werkplaats. Participatie betekent betrokkenheid en inbreng van ouders en jongeren bij zaken die hen aangaan. Eén van de doelen van de transformatie van jeugdhulp is het versterken van de regie van ouders en jongeren omdat dit zal leiden tot betere oplossingen. De ervaring leert dat, wanneer eindgebruikers meedenken in hoe jeugdhulp vormgegeven moet worden, dit een enorme kwaliteitsimpuls geeft. De ervaring leert ook dat participatie lastige materie is. Bij bestaande werkvormen om participatie te stimuleren, blijkt het een enorme uitdaging om een grote en diverse doelgroep te betrekken. C4Youth geeft participatie vorm in samenwerking met cliëntorganisaties, gemeenten, ouders en jongeren.
Doelstellingen
- Methoden vinden, inzetten, testen en ontwikkelen waarmee participatie van ouders en jongeren op het uitvoeringsniveau van de jeugdhulp in gemeenten effectief vorm kan worden gegeven.
- Een werkwijze voor participatie ontwikkelen die bijdraagt aan de doelstellingen van C4Youth, waarbij de vragen die de werkplaats aan ouders en jongeren stelt, moeten aansluiten op hun kennis en ervaring.
- Kennis opdoen over hoe participatie in te bouwen is binnen een academische werkplaats.
Werkwijze
Een belangrijke afspraak die binnen de academische werkplaats is gemaakt, is om bij alle activiteiten de vraag te stellen: ‘Moeten we ouders en jongeren betrekken bij dit onderwerp/vraagstuk?’ Afhankelijk van het antwoord op die vraag wordt al dan niet actie ondernomen. De vormen van participatie die de werkplaats inzet zijn afhankelijk van de vraag die speelt. C4Youth maakt gebruik van bestaande vormen waarvan bekend is dat ze werken en ontwikkelt waar nodig nieuwe werkvormen.
Praktijkvoorbeeld
C4Youth gaat, in samenwerking met het Sociaal Planbureau Groningen, een jeugdmonitor opzetten om inzicht te krijgen in de maatschappelijke resultaten van het jeugdbeleid. Bij de vraag: ‘Welke indicatoren moeten we gebruiken om dit te meten?’, kwam aan de orde dat het wenselijk is die vraag eerst aan kinderen en jongeren voor te leggen. Op verschillende plekken binnen het onderwijs wordt, als onderdeel van een workshop, jongeren de vraag gesteld: ‘Noem eens drie dingen waaraan we kunnen zien dat het goed gaat met jongeren.’ Alle informatie die dit oplevert, vormt de eerste aanzet voor het vaststellen van de indicatoren voor de jeugdmonitor.