Datum publicatie: 28 september 2017

Leren wat een academische werkplaats is

De allereerste academische werkplaats jeugd die van start ging was C4Youth in Groningen. Het concept van zo’n werkplaats was toen nog in ontwikkeling, aldus huidig coördinator Lucienne van Eijk. ‘Ook al hadden de onderzoeksvragen direct betrekking op de praktijk, eigenlijk waren we in het begin een behoorlijk “academische” academische werkplaats.’

‘Het hele idee van een academische werkplaats was in 2009, toen C4Youth begon, nog niet volledig uitgekristalliseerd. We liepen vergeleken met de andere werkplaatsen een jaar voor en moesten nog leren wat de werkzame factoren van een werkplaats eigenlijk zijn’, zegt Van Eijk.

Database

Er is in C4Youth 1.0 een enorme database opgezet met gegevens over jongeren die in het zorgproces terechtkomen. Meer dan 2.000 kinderen werden 3 jaar lang gevolgd in hun pad door de hulpverlening. Ook ouders en hulpverleners werden ondervraagd. Van al die verzamelde gegevens heeft de 2.0-versie van de werkplaats fors kunnen profiteren.

Actiebegeleidend onderzoek

Inmiddels noemt Van Eijk de werkplaats een platform waarbinnen allerlei organisaties samenwerken aan de zorg voor jeugd. Het onderzoek is niet meer primair academisch. Van Eijk: ‘We ondersteunen als C4Youth 2.0 de stelselwijziging met actiebegeleidend onderzoek. We proberen hierbij in de teams een leercyclus op te starten, waar de professionals zelf mee verder kunnen.’

Groninger Functioneel Model

In Groningen werken 23 gemeenten samen bij de transformatie van het jeugdstelsel. Centraal daarbij staat het Groninger Functioneel Model met lokale (jeugd)teams en daarbij een pool van experts die waar nodig ingezet kunnen worden. Het onderzoek van C4Youth 2.0 ondersteunt de transformatie door antwoorden te zoeken op vragen als ‘wat willen we bereiken’, ‘hoe kunnen we dat het beste doen’ en ‘hoe meten we of we bereiken wat we voor ogen hebben’. Van Eijk: ‘Dat doen we met 3 onderzoeksprojecten. We kijken hoe we de basisteams jeugd kunnen versterken, hoe we hierbij participatie van ouders en jongeren kunnen realiseren en hoe we de resultaten kunnen monitoren.’

Praktijkrelevantie

Juist de toepassingsgerichte benadering maakt de relevantie voor de praktijk groot. ‘Omdat men het belang van ons werk ziet, is er ook bereidheid om tijd en middelen te investeren’, zegt Van Eijk. ‘Er is betrokkenheid, gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid. En dat was de bedoeling.’

‘Er is betrokkenheid, gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid’