Datum publicatie: 26 november 2018

‘Het zou mooi zijn als er begrip over en weer kan ontstaan’

Passend onderwijs wil leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte een plek bieden in het regulier onderwijs. De samenwerking tussen scholen en jeugdhulpverlening verloopt echter nog niet altijd vanzelfsprekend. Jantien Gerdes doet voor AWTJ Samen op School promotieonderzoek naar hoe je die samenwerking goed vorm kunt geven.

‘Door goede samenwerking zijn professionals beter in staat om passend onderwijs te bieden. En daardoor gaat het aantal kinderen dat uitvalt op school, omlaag.’ Het onderzoek dat Jantien Gerdes doet, helpt de academische werkplaats ‘Samen op School’ om haar doel te bereiken: dat minder kinderen uitvallen op school, en dat ze minder gebruik hoeven te maken van (zwaardere) vormen van ondersteuning.

Analytisch raamwerk

De laatste decennia is wereldwijd veel theoretisch onderzoek uitgevoerd naar samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. Gerdes heeft deze theoretische kennis vertaald naar een analytisch raamwerk dat ze, met behulp van de interviews, aanvulde met kennis uit de praktijk. Vervolgens kon ze met deze praktijkervaring de theorie weer aanvullen.

Het raamwerk brengt in kaart wat de begrippen “nabijheid”, “vertrouwen”, “identiteit”, “samenwerken” en “kennisdeling” betekenen, en hoe je daarop kunt sturen: begrippen die belangrijk zijn voor een goede samenwerking. Gerdes: ‘Maar wat betekenen ze precies? Je kunt jeugdhulpverleners op een school rond laten lopen, dan zijn ze letterlijk dichtbij. Maar dat betekent niet automatisch dat de samenwerking goed verloopt.’

Verschillende context

Met behulp van het analytisch raamwerk kunnen scholen kijken hoe ze binnen hun eigen praktijk scoren op de verschillende categorieën. Met die kennis kunnen ze vervolgens de samenwerking met jeugdhulpverlening versterken. Zo zag Gerdes een mentor die niet door één deur kon met een jeugdhulpverlener. ‘Als ze over hun samenwerking spraken, kregen ze ruzie. Toen ze het raamwerk naast hun gesprekken hielden, bleek dat ze helemaal geen ruzie kregen over de begeleiding van de leerlingen. De jeugdhulpverlener stuurde bijvoorbeeld een mail met instructies, waarop de mentor iets totaal anders deed. Dat wekte irritatie op.’

De situatie bleek een kwestie van vertalen: de taal die de één gebruikte, was voor de ander niet te begrijpen. ‘Leraren en jeugdhulpverleners komen ieder uit een totaal andere context. We gaan er zo vanuit dat helder is wat we zeggen en mailen, dat we ons er niet bewust van zijn dat onze boodschap kant van de lijn anders over kan komen. Het zou mooi zijn als er begrip over en weer kan ontstaan. Dit creëer je door mensen dichtbij elkaar te brengen. Een jeugdhulpverlener heeft geen idee hoe het eraan toegaat in de klas. Daarom is het goed als ze regelmatig op scholen rondlopen.’ Als je echt toe wilt naar passend onderwijs, vindt Gerdes, ‘dan zul je moeten transformeren. Je moet van elkaar willen leren.’

Interviewtechnieken

Hoe was het om onderzoek te doen op basis van praktijkverhalen? ‘Het was niet altijd makkelijk om tijdens de interviews helder te krijgen wat de professionals verstaan onder bijvoorbeeld “vertrouwen”. Als je dit direct vraagt, krijg je vaak eendimensionale antwoorden zoals: “Vertrouwen is wat je doet en zegt”.’ Pas later, tijdens de analyse, kon Gerdes tussen de regels lezen en uit de gesprekken halen wat mensen écht onder “vertrouwen” verstaan. ‘Iemand die extern op een school werkt, zei bijvoorbeeld: “Het werkt prettig bij ons in het team. Je kunt je kwetsbaar opstellen en van elkaar leren”. Kijk, dat gaat écht over vertrouwen.’

Wil om samen te werken

Nu Gerdes klaar is met de analyse van de eerste lichting interviews, is het tijd voor interviews met ouders en leerlingen. Ook die zal Gerdes vervolgens analyseren om het raamwerk mee aan te vullen. ‘Als het raamwerk helemaal af is kunnen scholen er zelf mee aan de slag, en komen er aanbevelingen uit. Het mooiste is een combinatie van die twee: je kunt als school dan met aanbevelingen én het raamwerk naar je eigen context kijken: Waar zitten we, waar kunnen we invloed op uitoefenen?’

Gerdes denkt dat veel scholen van origine laag scoren op samenwerking. ‘Mensen vinden het vaak vreemd dat je samenwerking zoekt met jeugdhulpverlening. Er is veel “wij-zij denken”. Maar ik zie ook steeds meer initiatieven die zoeken naar manieren van samenwerking. Ik ben zeker hoopvol. Vroeger gooiden scholen kinderen makkelijk over de schutting. Nu is er de wil – van scholen én jeugdhulpverleners – om samen te werken. De noodzaak is er ook: ze merken dat ze het in hun eentje niet meer aankunnen.’

Miniconferentie

1 november 2018 organiseerde de werkplaats ‘Samen op School’ haar eerste Academische Werkvloer conferentie. Deze miniconferentie was speciaal bedoeld voor professionals uit onderwijs en jeugdhulpverlening die zich in hun dagelijkse praktijk met de begeleiding van leerlingen bezighouden. Tijdens de conferentie werden tussentijdse bevindingen gedeeld van het onderzoek van Jantien Gerdes naar interdisciplinaire samenwerking, uitgevoerd op de Thorbecke Scholengemeenschap Zwolle, het Almere College Dronten en de Scholengemeenschap Lelystad.

Bekijk hier de vlog die de werkplaats over de conferentie maakte.

Kijk voor meer informatie op de website van de academische werkplaats ‘Samen op School’ of neem contact op met Angela Thissen: a.thissen@awtj.nl