Geef een impuls aan je werkplaats!
In een academische werkplaats bundelen praktijkorganisaties, beleidsmakers, onderzoekers, onderwijsinstellingen en ouders en jongeren de krachten. Uiteenlopende belangen en organisatieculturen kunnen het samenwerkingsproces echter lastig maken. Een effectieve en duurzame samenwerking vraagt om de verschillen tussen deze werelden te overbruggen. Het is daarom goed om af en toe pas op de plaats te maken en te reflecteren op de samenwerking binnen de werkplaats, menen Daan Andriessen, Marlies Welbie en Martine Ganzevles van de Hogeschool Utrecht. Zij publiceerden onlangs een handreiking die werkplaatsen helpt een impuls aan de samenwerking te geven.
De casus van de AWTJ Utrecht
In de zomer van 2018 vroeg de AWTJ Utrecht het lectoraat Methodologie en Praktijkgericht onderzoek (MPO) van de Hogeschool Utrecht haar te helpen met het reflecteren op de werkplaats en het geven van een impuls aan de samenwerking. Aanleiding was dat het einde van de subsidieperiode in zicht kwam, maar de samenwerking nog lastig bleek en men het gevoel had dat de werkplaats nog niet haar volledige potentie had laten zien. Door middel van workshops hielp het lectoraat de werkplaatsdeelnemers zich bewust te worden van eigen en andermans rollen, van de goede en minder goede aspecten van de samenwerking en hoe deze samenwerking naar een hoger niveau getild kan worden. Met als resultaat hernieuwde energie, plezier en vertrouwen en het besluit om de werkplaats gezamenlijk voort te zetten.
Diagnosticeer je werkplaats
Op basis van de ervaringen in Utrecht hebben Andriessen, Welbie en Ganzevles de handreiking ‘Geef een impuls aan je academische werkplaats’ geschreven voor werkplaatsen die worstelen met samenwerken. Aan de hand van een lijst ‘symptomen’ helpen zij de werkplaats een ‘diagnose’ te stellen en de onderliggende oorzaken van de knelpunten te identificeren. In welke fase bevindt de werkplaats zich en welke uitdagingen horen bij deze fase? Vinden er constructieve gesprekken plaats met ruimte en begrip voor verschillende perspectieven, of worden gesprekken slechts gevoerd in de vorm van discussies? En heeft iedereen dezelfde doelen? Dit zijn voorbeelden van belangrijke vragen die gesteld moeten worden, menen de onderzoekers. In de handreiking onderscheiden zij de fasen en gespreksvormen met de bijbehorende valkuilen die zij tegen zijn gekomen in hun onderzoek.
Stel doelen en geef een impuls aan je werkplaats
Na het stellen van een diagnose is het belangrijk om gezamenlijke doelstellingen te formuleren die aansluiten op de situatie waarin de werkplaats zich bevindt. Vervolgens dienen werkvormen gekozen te worden die hierbij passend zijn. De auteurs omschrijven 9 werkvormen die een impuls kunnen geven aan de samenwerking. Deze interventies zijn bedacht om in een lopende academische werkplaats uit te voeren, maar zijn ook waardevol voor een succesvolle start van de werkplaats. Ze kunnen bijdragen aan een stevige basis van samenwerking, waarbij mensen elkaar op diverse manieren leren kennen, onderlinge verschillen overbrugd worden en er gedurende het proces geen botsende verwachtingen ontstaan.