Datum publicatie: 13 maart 2023

Eerstegeneratiestudenten: Een groep apart?

Op hogescholen en universiteiten is vaak speciale aandacht voor eerstegeneratiestudenten. Dit is op zich heel positief, maar het roept ook vragen op. Bijvoorbeeld: Wie is die groep precies? En wat zijn hun wensen en behoeften voor de voorbereiding op en begeleiding bij de studie? Jeanet van de Korput, senior onderzoeker en projectleider van de kennislijn ‘Voor mijn kind wil ik’ van Flevi’s Kenniswerkplaats Jeugd, onderzocht deze vragen.

Aandacht voor diversiteit en kansengelijkheid van studenten staat hoog op de agenda’s van hogescholen en universiteiten. Hiertoe ontwikkelen ze steeds vaker speciale programma’s voor eerstegeneratiestudenten. Uit het onderzoek blijkt echter dat er geen universele definitie is voor de term eerstegeneratiestudenten. Dit komt door de grote variëteit binnen de groep.

Negatieve associaties
Studenten die het label ‘eerstegeneratiestudent’ krijgen, hebben er vaak negatieve associaties bij. Ze worden beoordeeld op afkomst en kunnen de term ervaren als stigmatiserend en beperkend. Zo plaatst het ze als een groep apart. Terwijl ze er juist graag bij willen horen. Ook heeft het label een grote impact op het leven van de studenten. Als kind voelden ze zich bijvoorbeeld ondergewaardeerd. Hierdoor hebben ze een laag zelfbeeld en zijn ze onzeker over hun kwaliteiten.

Voorbereiding en begeleiding
Eerstegeneratiestudenten hebben wensen en ervaren belemmeringen voor een goede studieloopbaan. Wensen zijn met name vertrouwen en in een eerder stadium geïnformeerd worden. Voor dit laatste ontvangen de studenten graag al eerder informatie over wat bij hen past en welke vaardigheden nodig zijn. Een grote belemmering zijn de kosten en een studielening. Vooral voor studenten wiens ouders schulden hebben of hadden.

Veel van deze wensen en belemmeringen zijn echter niet uniek voor eerste generatie studenten. Ook andere starters kunnen behoefte hebben aan ondersteuning en begeleiding bij de overstap naar het hoger onderwijs. Het lijkt daarom belangrijk om beter te kijken naar de vaardigheden, omstandigheden en steunende of niet-steunende contexten van álle aankomende studenten.

Conclusie
Uit het artikel blijkt dat de term eerstegeneratiestudent geen recht doet aan de inclusiegedachte om alle studenten gelijke kansen te bieden. Het plaatst een groep studenten apart en sluit andere studenten uit. Het is daarom belangrijk om voorzichtig om te gaan met de term. In plaats daarvan is een omschrijving nodig waarin elke student zich kan herkennen.

Lees meer!
Dit onderzoek is gedaan binnen het PRIO project, gefinancierd door de Provincie. Ben je benieuwd naar het hele onderzoek? Lees het hier.